Recreatiefgericht voetballen
De recreatieve teams proberen om zo goed mogelijk te presteren en zijn beslist niet minder(waardig)
dan de prestatiegerichte teams. De training kan minder intensief zijn, ze trainen 2 x per week maar
kunnen mogelijk ook 1 x per week trainen. De indeling van deze teams is in een lagere klasse. Toch
bestaat de mogelijkheid dat er spelers zijn die op hoger niveau kunnen en willen voetballen maar
eerder de kans niet hebben gekregen om hoger te voetballen. De trainer gaat dan in overleg met de
teamleider en die regelt met de coördinator een proeftraining bij een hoger team. De trainer van het
hogere team zal het resultaat van deze speler delen met de coördinator en de interne scout. Het kan
ook voorkomen dat een speler is ingedeeld bij een team maar het niveau niet aankan, fysiek of
voetbaltechnisch ontbreekt de speler de mogelijkheid zich uiteindelijk prettig te voelen in het team.
De trainer gaat dan in overleg met de teamleider die vervolgens in overleg gaat met de coördinator
voor een proeftraining bij een lager team.
Bij categorieën tot o11 heeft een vaste keeper niet de voorkeur, het zo vaak mogelijk wisselen van
potentiele keepers heeft de voorkeur, dit wordt uiteindelijk door de trainer bepaald op basis van zijn
inschatting.
Prestatiegericht voetballen
Prestatiegericht voetballen staat niet gelijk aan (moeten) winnen, maar wel aan het continu streven
naar goed voetbal. En om te komen tot goed voetbal is het noodzakelijk om vaak, gericht en intensief
te trainen en wedstrijden te spelen. Spelers die de wil en de kwaliteit hebben om vaak, gericht en
intensief te werken aan hun voetbalvermogen, worden de mogelijkheid geboden een voetbalopleiding
te volgen. Deze spelers worden dan ook vaak ingedeeld in selectieteams.
Het wedstrijdresultaat is niet het belangrijkste! Bij de selectieteams van de gehele jeugdafdeling wordt
ernaar gestreefd om op een zo hoog mogelijk competitieniveau (hoofdklasse) wedstrijden te spelen en
natuurlijk wordt er getracht om te winnen.
Met de selectiespeler (prestatie speler) wordt overlegd dat hij/zij gedurende het seizoen zo veel als
mogelijk aanwezig is bij trainingen en zich niet gedurende het seizoen zal overschrijven naar een
andere vereniging. Een uitzondering hierop is bijvoorbeeld als er sprake is van een verhuizing (deze
verhuizing dient zo spoedig mogelijk nadat het bekend is, bekend gesteld te worden bij de trainer).
Spelers worden aangesproken als ze vaak afwezig zijn vanwege andere sporten, hobby’s of om andere
redenen, immers heeft de speler een afspraak gemaakt en kan het team niet vertrouwen op zijn
aanwezigheid. Bij jongere spelers zal dit een gesprek zijn met de ouder of verzorger samen.
Proeftrainingen vinden pas na de winterstop plaats, tot de winterstop blijven teams bij elkaar. Het
wisselen van spelers tussen de teams vindt initieel maar 1 x per jaar plaats op het eind van het seizoen
(juni-juli), uitzonderingen hierop zullen besproken worden door de coördinatoren met hoofdtrainers
en scouts. Coördinatoren melden een dergelijke wijziging met onderbouwing bij technische zaken ter
beoordeling of dit in het belang blijft van de teamindelingen en de speler.